Over het schrijfproces
In december mocht ik mijn eerste boek ‘Wraak’ overal promoten. Dat deed ik natuurlijk via de facebookgroepen en andere sociale media.
Er werd mij al regelmatig gevraagd om wat te vertellen over het proces, over wat ik leerde en over de keuzes die ik maakte. Eigenlijk vond ik dit een zeer interessante vraag. Misschien zelfs erg nuttig om ook op mijn eigen pagina te kunnen posten. Want wat heb ik eigenlijk geleerd en welke keuzes waren nu net de juiste of de verkeerde?
Laat ik beginnen bij het begin.

Ik heb altijd graag boeken gelezen, alleen had ik daar sinds de komst van de kinderen geen tijd meer voor gehad. Als jong meisje las ik vooral de boeken van Roald Dahl. De schrijfstijl in die boeken heeft me altijd aangesproken. Matilda is nog steeds een absolute favoriet. Ondertussen hebben mijn zonen dezelfde boeken allemaal gelezen, want ik heb ze nooit weg willen doen.
Ik herinner me dat we in het vijfde of het zesde leerjaar konden meedoen aan een schrijfwedstrijd. Destijds was ik zot van paarden en schreef daar een kortverhaal over. Voor zover ik me herinner heb ik daar niet echt een prijs mee gewonnen, maar ik weet wel dat het als een goed verhaal bevonden werd. Tijdens mijn middelbare schooljaren heb ik maar weinig boeken in de handen gehad. Van degene die ik wel las, zijn de volgende mij altijd bijgebleven: En toen was het stil van Joyce Egginton en Rosalie Niemand van Elisabeth Marain.
In 2012 kwam ik wegens ziekte langdurig thuis te zitten. Tot dan toe bestond mijn leven vooral uit het zorgen voor mijn kleine kinderen en het werk. Ik wist dus met mezelf geen blijf. In een poging mezelf bezig te houden en vooral niet aan mijn eigen problemen te moeten denken, probeerde ik allerhande creatieve dingen uit: haken, breien, juwelen maken enz (stel je daar maar geen grote dingen bij voor). Niets kon mij echt bekoren. Ik liep aan de muren op van verveling. Naar het werk mocht ik niet. Eigenlijk wilde ik dat ook niet echt. Laten we zeggen dat de sfeer op dat moment niet ideaal was, maar ik miste de kleuters enorm. Die lachende gezichten en die eerlijke lieve (en niet zo lieve) woorden miste ik, tot op het punt dat ik het heel erg moeilijk kreeg. De fysieke pijn kon ik nog omzeilen, maar de mentale/psychische pijn zat te diep.
Net op dat moment, heel vreemd, kreeg ik de ingeving om te beginnen schrijven. Wanneer ik tegen iemand uit de familie zei dat ik schreef om me af te leiden, dachten ze dat ik over de ziekte schreef. Maar dat wilde ik net niet. Op zich zocht ik gewoon een manier om uit de harde realiteit te ontsnappen. Dan denk je misschien: ‘Waarom schrijf je dan een thriller zoals Wraak?’. Wel… ik schreef toen niet aan Wraak, nog niet. Op dat moment begon ik te schrijven (voor mezelf) aan ‘Oonya’ een verhaal voor kinderen. Ik ontdekte dat het me een zalig gevoel gaf om personages tot leven te brengen in mijn hoofd en op papier. Toen echt nog op papier, niet op de computer. Ik schreef aanvankelijk alles uit in een schrift, omdat ik nooit dacht dat ik verder zou geraken dan een aantal pagina’s. Na een dikke maand bleek dat het nodig werd om dat schrift in te ruilen voor de laptop. Het kostte me meer tijd dan ik dacht om alles over te typen. Maar ik was trots op het resultaat dat ik in mijn document had staan. Als ik daar nu op terug kijk, dan weet ik dat die allereerste schrijfsels allesbehalve goed waren. Maar ik kende de quote: “I’m writing a first draft and reminding myself that I’m simply shoveling sand into a box, so that later, I can build castles.” van Shannon Hale.

Die quote en het feit dat ik niets anders te doen had dan de gewone huishoudelijke taken, zorgden ervoor dat ik vaak aan de laptop zat om het verhaal te veranderen, uit te spitten en verder uit te schrijven. De eerste maanden was dat overdag, want de kinderen waren naar school en naar de crêche, later werden dat avonden.
Omdat ik zelf een zware innerlijke en fysieke strijd voerde, die me met momenten serieus de dieperik in kon trekken, vond ik het absoluut noodzakelijk om vrouwen/meisjes als een sterk en krachtig hoofdpersonage neer te zetten. Oonya hield mij recht, leidde mijn aandacht af van constante zorgen en onrust. Elke keer ik het moeilijk had, nam ik mijn schrift en pen erbij. Nadien zette ik het in de laptop. Het begon een gewoonte te worden om te allen tijde mijn gedachten te noteren. Ik kan nog altijd niet geloven dat dat alles begon met een fantasietje in mijn hoofd en later uitmondde tot niet één, maar waarschijnlijk drie boeken. Of het goede boeken zullen zijn? Geen idee. Op zich maakt me dat niet zoveel uit. Ik heb Oonya vooral voor mezelf geschreven. Toch ben ik er wel van overtuigd dat het boek (of de boekenreeks) prachtig zal worden. Nadat ik het verhaal geschreven had, vond ik dat het best ondersteund mocht worden met prachtige illustraties. Dus ging de uitgeverij op zoek naar een illustrator. Arme uitgeverij… ik vond niemand goed genoeg. In mijn hoofd zat een specifieke tekenstijl die niemand kon overbrengen. Dus ging ik zelf op zoek. Ver moest ik niet zoeken, alleen moest ik nu voor de eerste keer aan iemand gaan zeggen dat ik effectief een boek had geschreven. Iemand buiten mijn familie nog wel. Hoewel ik het aan de meeste van hen ook pas echt heb verteld toen er effectief een uitgever geïnteresseerd was. En dat is weer een ander verhaal…

In ieder geval: ik vond iemand. Een geweldige, creatieve vrouw in mijn directe vriendenkring. Iemand van wie ik nooit had kunnen dromen dat ze op het aanbod zou ingaan. En toch deed ze het. Met prachtige illustraties tot gevolg. (Geloof je me niet? Ga dan maar eens kijken op instagram: lilies_and_dahlias)
Waarom dan eerst Wraak uitbrengen, hoor ik je denken? Wel, omdat zij de tijd moest krijgen om alles getekend te krijgen, begon ik aan een ander project: de thriller. Na het lezen van enkele vreselijke berichten in het nieuws, die je trouwens nu nog steeds overal leest, kwam het idee van dit boek. Het heeft me zeer lange tijd gekost om van mijn originele manuscript tot het uiteindelijke resultaat te komen. Mijn allereerste idee stond nog ver van het huidige resultaat. Ik noemde het toen ‘de dood’ en begon ergens in 2016 aan een eerste versie. Op het internet deed ik research naar allerhande dingen. Ervaring had ik totaal niet. Ik had geen idee hoe ik aan zo’n boek moest beginnen, laat staan tot een goed resultaat brengen. Maar het lukte me uiteindelijk wel. En stiekem was ik trots op die ruwe versie. Vooral trots dat ik dit volledig had kunnen afwerken, ondanks de drukte thuis en op het werk (gelukkig was ik toen wel weer aan de slag). Daarnaast was mijn geheugen sterk achteruitgegaan, wat het schrijven toch wel bemoeilijkte. Vaak moest ik stukken herlezen om weer in het verhaal te komen, soms besefte ik zelfs niet dat ik bepaalde dingen ook echt geschreven had.
De eerste ronde voor redactie begon eind 2017. Halverwege het proces liet mijn toenmalige redactrice weten dat ze ermee stopte, wat ik natuurlijk zeer spijtig vond. Gelukkig liet de uitgeverij me niet in de steek en zochten ze iemand anders. Begin 2019 begon ik er met goede moed weer aan. De klik was er onmiddellijk, het herschrijven liep als een trein. Wanneer je mag samenwerken met iemand die hetzelfde soort humor en sarcasme deelt, begrijp je elkaar en hoeft niet altijd alles even serieus te gebeuren. En dat was zalig. Natuurlijk namen we het beiden erg serieus. Het ging nu eenmaal over mijn boek, mijn kindje, dat even onderuitgehaald moest worden, om het nadien te laten blinken en groeien. Ik denk dat ik mag zeggen dat ik trots mag zijn over mijn eerste boek. Dat ik als startende auteur geluk heb gehad dat ik de juiste personen ben tegengekomen. Mensen die in me geloofden, die me zekerder deden voelen, die me alle kansen gaven en die vooral oneindig veel geduld met me hebben gehad. Dat is één van de voornaamste dingen die ik geleerd heb. Wees geduldig. Niet alleen met je eigen schrijven, maar wees ook geduldig met je uitgever en het hele proces dat ‘schrijven’ noemt. Soms moet je je boek wel honderd keer herkauwen, maar die honderd en eerste keer zal je trots zijn. Meer dan trots!
Het belangrijkste dat ik leerde? Veel geduld hebben. Je redactrice met jou, jij met haar. De uitgeverij met jou, jij met de uitgeverij. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Een boek schrijven kost tijd, het klaarmaken voor lancering kost eveneens tijd.
Tijd die je moet durven nemen. Tijd die je gegund moet worden.
Ik ben zo ongelooflijk fier op je hoe je dit allemaal verwezenlijkt hebt!
Ik ben fan!
LikeLike
Dank je!
LikeLike